Je laatste rustplaats
Regen en wind vielen ons afgelopen zaterdag ten deel tijdens de schouw van de Westlandse begraafplaatsen. Eenheid in verscheidenheid was ooit het motto bij de start van de gemeente Westland. Die verscheidenheid was er zeker bij de begraafplaatsen. De Lier parkachtig en keurig onderhouden, ’s-Gravenzande met een zekere grandeur, Naaldwijk zakelijk en Monster, Wateringen en Maasdijk klein, maar fijn. Jammer was het te moeten constateren dat zo’n beetje tot 2020 de zakelijkheid de boventoon begon te voeren. Niet de verscheidenheid, maar juist de eenheid leek leidend te zijn ten aanzien van de begraafplaatsen. Gelukkig is de laatste jaren in het beleid een flinke omslag gemaakt. Het onderhoud verbeterde aanzienlijk en ook de in de service richting nabestaanden werd een inhaalslag gemaakt. De Westlander hecht steeds meer waarde aan de laatste rustplaats van overledenen en gelukkig speelt de gemeente daar goed op in.

Verbeterpunten zijn er natuurlijk ook nog steeds en die proberen we, als fractie van Westland Verstandig, deze maand op te halen. Onduidelijkheid is er over het onderhoud van de graven, maar bijvoorbeeld ook over de ruimte tussen de graven. De ene rechthebbende van een graf kan als leidraad hebben ‘laat de doden hun doden begraven’ en kijkt verder niet om naar het graf, terwijl de ander wekelijks een bezoek brengt aan het graf en dit piekfijn onderhoudt. Oneerbiedig gezegd is het net als in de bewoonde wereld: ‘je moet het maar treffen met je buren’. Omzien naar elkaar ervaar je overigens nergens sterker als juist op de begraafplaats. Rang of stand maakt hier gelukkig niks uit.