Wonen in Westland.
Hoe ging dat vroeger? Zodra je met je handjes kon wapperen, mocht je meehelpen in ‘de tuin’. Op je 16e kocht je een brommer van je zelf verdiende centjes. Met 18 als de wiedeweerga je rijbewijs halen en zorgen voor een auto ‘onder je kont’. Vervolgens nog een paar jaartjes werken en dan trouwen en een huis kopen op je 23e levensjaar. Vroeger voldeden veel Westlanders aan dit profiel. Nu nog slechts een handvol en dan nog mede dankzij de starterslening van de gemeente.
Wat is er dan veranderd? Nou, best wel veel. Met de invoering van het brommerrijbewijs slaan veel jongelui deze stap maar over. De auto is dan feitelijk je 1e eigen vervoermiddel. Niet erg, want met de OV jaarkaart kom je tenslotte ook een heel eind. De grootste verandering zit in de huizenmarkt zelf. Voor starters op de woningmarkt is het gewoon lastig een huis te kopen. Hulp van de gemeente en/of ouders is bijna een noodzaak om de boel gefinancierd te krijgen. Gezien het feit dat Westland afgelopen week bovenaan het lijstje stond van gemeentes met de grootste huizenbehoefte zal dat probleem voorlopig wel blijven.
Huren dan maar? Daar zijn wij Westlanders eigenlijk niet zo van, maar ja, wat moet je anders? Vroeger had zo’n beetje elke kern z’n eigen woningbouwvereniging, daar liep je even binnen, inschrijven en vervolgens kwam je na een paar jaar aan de beurt voor een huis in je eigen dorp. Naaldwijk werd Vestia, het van oorsprong Westlandse Arcade ging noodgedwongen bouwen in Den Haag en vervolgens kwam daar de immigratiegolf en een zo goed als failliet Vestia nogeens overheen, zie hier de huurhuizenmarkt van vandaag. We zijn inmiddels als blij als we van de beschikbaar komende huurwoningen er 1 op 4 aan onszelf toe mogen wijzen. Aan de verplichting statushouders te huisvesten voldoen we niet, het uit de grond stampen van Polenhotels vlot ook al niet erg en van de zogenaamde ‘doorstroming’ op de huizenmarkt komt ook al niets terecht. Misschien dat een, door Westland Verstandig voorgestelde, Westlands woningbedrijf een oplossing zou kunnen bieden, maar daar krijgen we vooralsnog ‘de handen nog niet op elkaar’ zoals dat dan weer zo mooi heet …